Voorstellen en Thema's

Op deze pagina vindt u een beknopte beschrijving van alle voorstellen die gedaan zijn op de Conferentie over de toekomst van Europa en de bijbehorende concrete maatregelen. Deze voorstellen en maatregelen sluiten aan bij de volgorde van de negen COFE-thema's.

U kunt een thema kiezen in het menu rechts. Eerst worden de voorstellen per thema weergegeven, gevolgd door een beknopte beschrijving van de bijbehorende maatregelen.

9. Onderwijs, cultuur, jeugdzaken en sport

Voorstellen
• Onderwijs
• Europese jongerenvraagstukken
• Cultuur en uitwisselingen
• Sport

Onderwijs: geïntegreerd, toekomstbestendig en gelijkwaardig: de plenaire vergadering stelt voor de onderwijsprogramma's van de EU te coördineren, met inachtneming van het nationale en lokale aanbod. De gelijkwaardigheid van diploma's en de erkenning van beroepsdiploma's, niet-formeel leren en leerperioden in het buitenland moeten worden gewaarborgd, onder meer door middel van gecertificeerde minimumnormen voor kernvakken. Burgers moeten worden voorgelicht over de democratie, waarden en geschiedenis van de EU via een gemeenschappelijke module maatschappelijke vorming. Een speciale EU-organisatie moet lessen mediageletterdheid en kritisch denken coördineren om nepnieuws aan te pakken. De leerplannen moeten "zachte vaardigheden" omvatten, zoals luisteren en dialoog, weerbaarheid, zelfstudie en resultaatgerichtheid.

Iedereen moet leren over ecologische duurzaamheid en het verband daarvan met gezondheid, en biodiversiteit moet een verplicht vak worden. Er moet steun worden verleend voor de opleiding van leerkrachten in creatieve en geavanceerde onderwijsmethoden. Om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van alle kinderen moet de focus liggen op de toegang tot hardware en breedbandconnectiviteit. Er moet gezamenlijk lesmateriaal van de EU worden ingevoerd, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatverandering, duurzaamheid en digitalisering.

Jongeren: ondersteuning in het beroepsleven, sociale bescherming en een "jongerentoets" van de EU-wetgeving: jongeren moeten meer worden betrokken bij de besluitvorming, bijvoorbeeld via burgerpanels met kinderen van 10 tot 16 jaar. Europese vertegenwoordigers zouden scholen kunnen bezoeken om scholieren te ontmoeten, terwijl er op alle nieuwe wetgeving en beleidsmaatregelen van de EU een "EU-jongerentoets" zou moeten worden toegepast. Er moet worden nagedacht over de mogelijkheid om de stemgerechtigde leeftijd voor de verkiezingen voor het Europees Parlement te verlagen tot 16 jaar, en de nationale partijen moeten jongere kandidaten op de Europese kieslijsten plaatsen. Leerlingen (vanaf 12 jaar) moeten de kans krijgen om in het kader van hun formele opleiding profit- en non-profitorganisaties te bezoeken. In het kader van NextGenerationEU moet meer EU-financiering worden uitgetrokken voor de Europese jongerengarantie. Stages en banen van jongeren moeten een billijke beloning omvatten, minimumlonen voor jongeren moeten worden afgeschaft en onbetaalde stages buiten het formele onderwijssysteem moeten worden verboden.

De toegang van jongeren tot sociale bescherming en betaalbare huisvesting moet worden gewaarborgd en braindrain moet worden voorkomen met behulp van EU-financiering. Gedetailleerde jeugdplannen voor crises (zoals een gezondheidscrisis of oorlog) moeten de gevolgen voor studies, werk en geestelijk welzijn van jongeren tot een minimum beperken.

Cultuur: de EU-identiteit stimuleren en de diversiteit versterken: de cultuur van uitwisseling, de Europese identiteit en de Europese diversiteit moeten worden versterkt, reizen en beroepsmobiliteit moeten worden uitgebreid tot lokale vertegenwoordigers en uitwisselingsmogelijkheden moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Er moet rekening worden gehouden met nieuwe elementen in bestaande uitwisselings- en mobiliteitsprogramma's van de EU (zoals burgerdienst in het kader van het Europees Solidariteitskorps en culturele passen binnen DiscoverEU). Er moet meer aandacht worden besteed aan meertaligheid vanaf jonge leeftijd, en minderheidstalen en regionale talen moeten beter worden beschermd door een aangewezen EU-instelling om de taalverscheidenheid te bevorderen. Vanaf de basisschool zouden kinderen verplicht een andere EU-taal moeten leren, waarbij in grensregio's de taal van het aangrenzende EU-land moet worden onderwezen, en zij zouden een officieel erkend niveau van taalbeheersing in het Engels moeten behalen.

De Dag van Europa (9 mei) moet in de hele EU een feestdag worden, er moeten initiatieven worden genomen om het Europees cultureel erfgoed te beschermen en onder de aandacht te brengen, en personen die werkzaam zijn in de cultuursector, moeten door het EU-recht worden beschermd, met name tijdens eventuele toekomstige crises.

Sport: zorgen voor een gezond leven, diversiteit bevorderen en de Europese identiteit versterken: sport in de EU moet bijdragen tot het uitdragen van de waarden van de EU (gendergelijkheid, billijkheid en inclusiviteit), tot een gezonde levensstijl en gezond ouder worden, en tot het in ere houden van de Europese diversiteit. Er moet meer aandacht en steun komen voor lokale en traditionele sportbeoefening en niet‑professionele sporten. Er wordt ook voorgesteld sport in te zetten als middel om zichtbaarheid te verlenen aan de Europese identiteit, bijvoorbeeld door meer internationale sportevenementen te organiseren, EU-sportteams op te richten en bij sportevenementen EU-symbolen te tonen.